Pater Sebald Linders werd geboren in Mook en Middelaar, trad in bij de Franciscanen en werd in 1933 tot Priester gewijd.

In de oorlog hielp hij vanuit zijn klooster in op Alverna Joodse kinderen en joodse volwassenen, maar ook andere onderduikers aan schuilplaatsen en onderdak. Hij verborg wapens en munitie voor het verzet en verrichtte zelf verzetswerk o.a. met zijn neef Jacques E. Janssen om vanuit Roermond geallieerde piloten naar België te geleiden. Als hij verzetswerk deed droeg hij een wapen deze verborg hij in het klooster wanneer hij hem niet bij zich droeg.

Hij was bestuurslid van de toneelvereniging Thalia in Nijmegen, van waaruit mensen voor verzetsactiviteiten werden gerekruteerd. Waarschijnlijk is hij niet voorzichtig genoeg geweest, waardoor hij werd verraden.

Tenslotte zag hij zich genoodzaakt zelf onder te duiken, aanvankelijk in Nijmegen daarna in Bussum, maar werd toch op 7 juni 1944 gearresteerd met zijn neef Jacques. Op 11 augustus 1944 werd hij in Kamp Vught gefusilleerd, tezamen met 32 anderen onder wie zijn neef Jacques en Herman Jeurissen uit Alverna. In Alverna is een straat naar Pater S. Linders vernoemd. Op 9 september wordt de Yad Vashem-onderscheiding*** postuum voor hem uitgereikt en zal zijn naam voor altijd gebeiteld staan in de Ere muur van Yad Vashem te Jeruzalem