Op 26 juni 1945 schrijft hij een brief aan Riet van Laer en familie
Zaterdag, 16 sept. ± 7,30 sloeg die vervloekte Duitse granaat in. Vader, Jo en ik hadden ‘s middags, achter in de tuin een schuilkelder gemaakt. ‘s Avonds begon het afweergeschut te schieten.
Moeder zei nog, als het te bar wordt kunnen we de kelder in en liep toen met oom, Nelly en de verloofde van Bets, die juist binnengekomen was, naar achteren. Zij waren juist achter in de gang toen de granaat insloeg. De scherven vlogen naar alle kanten.
Moeder en Albert werden beiden onder het puin bedolven en Nelly kreeg enkele scherven in haar arm. Eerst dachten we dat het huis in brand stond zo’n stofwolk steeg er op, doch spoedig deden we een andere ontdekking. Moeder werd bewusteloos onder het puin uitgehaald, Albert eveneens doch deze kwam weer vlug bij.
De priester kwam en gaf moeder de laatste H. Sacramenten. Nelly was zelf nog naar den dokter gelopen en werd daar verbonden. Alle drie moesten naar het ziekenhuis te Nijmegen vervoerd worden en er was niets anders dan een Duitse wagen.
Vader ging mee naar Nijmegen en zo ging moeder ons voor goed verlaten. Wie had dat kunnen denken. Van slapen kwam niets en vol spanning werd gewacht op den dokter. Deze kwam midden in de nacht met de boodschap dat moeder verloren zou zijn, dat Nelly het wel halen zou en dat de dokters reeds uren met Albert aan het opereren waren. ‘s Morgens heel vroeg vertrok Bets en Jo naar Nijmegen.
Tegen 10 uur kwam bericht dat moeke op sterven lag en dat wij allen moesten komen. Even voor vertrek kwamen de Engelsen jagers opzetten. Overal werd luchtalarm gegeven, zodat wij niet konden vertrekken. De invasie was begonnen. Alle bruggen in de buurt, de verkeerswegen en Nijmegen werden onder vuur genomen.
De schrik had ons te pakken en wij vluchtten allen in de schuilkelder. Een half uur later kwamen de transport vliegtuigen met parachutisten en gliders. Dit was een schitterend gezicht. Duizenden Amerikanen zweefden in de lucht aan parachutes van allerlei kleur. Het Duits afweergeschut ging geweldig te keer Horen en zien verging.
Gelukkig bleef de brug bij Grave gespaard, zodat de parachutisten verbinding hielden. Na den middag kwam het bericht dat moeke overleden was, zonder tot bewustzijn gekomen te zijn. U begrijpt, wat er in ons omging. Vader, Bets en Jo konden niet meer naar huis komen. Nijmegen leek een hel. De granaten vlogen van en naar alle kanten.
Maandag avond zagen ze kans naar huis te komen. Inmiddels stond alles vol tanks en colonnes. Er was bijna geen doorkomen. Steeds waren er hevige luchtslagen en tientallen vliegtuigen werden naar beneden geschoten.
De Duitsers waren inmiddels uit Wijchen vertrokken, doch voor hun vertrek staken zij het St. Josephgesticht in brand. Vanaf dinsdag kwam alles vol Amerikaanse en Engelse troepen te liggen. Ons werk was nu voor de begrafenis van moeke te zorgen. Gelukkig stelde “Vrij Nederland” een wagen ter beschikking om moeke op te halen. Donderdag had de begrafenis plaats.
Moeke was voorgoed van ons heengegaan. Nelly leefde weer op, doch met Albert was het nog niets. 10 oktober is hij aan de gevolgen overleden. Dit was weer een harde slag voor ons. Zijn vader (moeder was reeds overleden) en zijn familie woonden in Zuid Limburg en konden onmogelijk komen.
Hij was hier in Wijchen ondergedoken. Dus niemand van zijn familie kon bij de begrafenis aanwezig zijn. Zijn lijk is door de Engelsen, die bij ons ingekwartierd waren, naar Wijchen gehaald.
De bevrijding is voor ons anders uitgevallen als we gedacht hadden. Nu ga ik weer een tijdje terug. Toen de gevechten om Nijmegen begonnen waren stroomde het vluchtelingen naar Wijchen. De wegen zaten vol van deze stumpers.
Wijchen herbergde meer dan 10.000 évacuees. Alles zat vol mensen. Toen kwam de inkwartiering van militairen. Wijchen werd tevens opslagplaats van munitie en andere grondstoffen. Tot op heden kunnen wij bijna niet meer op straat zien.
Voor ons huis liggen nog stapels. Eerst kregen wij Amerikanen ingekwartierd, voor een paar dagen. De Afro Amerikaanse soldaten werkten in de munitie. Het was een mooi gezicht deze afro Amerikaanse soldaten te zien werken.
Met al ons ellende moesten we soms lachen. Een week of zes hebben we Engelsen op zolder gehad. Reuze jongens waren dit. Verschillende keren zijn ze nog terug geweest en met enkele staan we nog in correspondentie. Deze Engelsen werden vervangen door Canadezen die we 3 maanden in huis hielden.
We konden zeer goed met hen opschieten. Ook deze komen geregeld op bezoek. Zoal u ook ondervonden hebt bleef het front stil liggen. Iedere dag schoten de kanonnen, dat de ruiten stonden te rammelen. Tot overmaat van ramp kwamen de V1 ook nog over.
Als u ze ook gehoord hebt hoef ik hier verder niet over te schrijven. Het waren verschrikkelijke dingen. Iedereen was er bang voor.
Gelukkig is er niet een in Wijchen gevallen, wel in de omgeving. Bij de verloofde van Nelly in Lith is het huis bijna geheel vernield door een vliegende bom.
Na het offensief bij Nijmegen in begin februari kwam er in Wijchen een krijgsgevangenkamp van Duitsers. Dagelijks werden er duizenden per trein verder vervoerd. Iedere morgen kwamen ze lopend langs ons huis. Het duurde soms langer dan een 1/2 uur voordat zij voorbij waren.
U begrijpt dat er veel publiek stond te kijken. Dit vonden we het mooist van allen. Ook hebben we enkele beulen uit de concentratiekampen gezien. Deze werden door de Duitsers zelf toegetakeld dat ze bijna niet meer vooruit konden.
Honderden mensen stonden dagelijks voor het kamp om de vangst te bekijken. En iedereen had lol, dat begrijpt u. Momenteel zijn bijna alle soldaten weg. Toch hebben we nog inkwartiering van 3 Engelsen.
Zoals ik u reeds eerder berichtte is Jo als vrijwilliger in het leger gegaan. Vader was er in het begin erg op tegen maar eindelijk gaf hij toestemming. In Brussel heeft hij de opleiding gehad en vandaar ging hij naar Duitsland.
Nu zit hij weer in Brabant. Misschien komt hij nog wel eens in de buurt van R’dam. De meisjes hebben het zeer druk met naaien. Vanaf september ben ik (Thé) op het gemeentehuis werkzaam als klerk. Dat staat mij beter aan als het werk op de distributie. Oom maakt het nog uitstekend en tante Trui ook. Ik geloof dat mijn nieuws inmiddels op is, dus zit er niets anders op dan te eindigen.
Ik hoop dat U allen het nog uitstekend maakt. Velen groeten namens allen.