Johannes Gerrits 42 jaar
Geboren 29 april 1901 te Wijchen
Overleden 22 februari 1944 te Nijmegen
Woonplaats ten tijde van overlijden: Molenstuk 139 Wijchen
Begraven: Zijn lichaam is nooit terug gevonden
Nelly (dochter) Henny Reijnen (kleindochter)
Jan Gerrits, zoon van Willem Gerrits en Jacoba van Duijghuizen, Woonde met zijn vrouw en zeven kinderen, de achtste was op komst, In Wijchen.
Het verhaal over Jan is uit eerste hand, op 22 mei 2023, vastgelegd met behulp van zijn dochter en kleindochter:
Naar aanleiding van het interview ‘Tien Wijchense oorlogsslachtoffers niet op monument’ – van 10 mei 2023 in het weekblad Wegwijs – ben ik, na een telefoontje van nabestaanden van Johannes Gerrits (Jan), die op 22 februari 1944 om het leven kwam bij het bombardement van Nijmegen, op bezoek gegaan bij de familie Verwaaijen-Gerrits. Henny, de kleindochter van Jan, reageerde op het artikel via de Veteranenstichting Wijchen, omdat haar opa (een Wijchenaar) niet op het Bombardement monument in Wijchen staat. klik hier voor het vervolg artikel
“Wat was het een verassing dat wij de Wegwijs precies op het 66 jarig huwelijksfeest van mijn ouders in de bus kregen.
Wat zou het toch mooi zijn als mijn ouders ook nog een herinneringsplek in Wijchen zouden krijgen, net zoals alle andere nabestaanden”, schreef zij. Op 22 mei werd ik daarom hartelijk ontvangen in Bergharen door Henny en haar moeder Nelly, de dochter van Jan. Tijdens een kopje koffie en een koekje ging het gesprek uiteraard over de vader van Nelly en hoe mooi het was dat er na bijna 80 jaar eindelijk aandacht wordt geschonken aan haar vader.
Terwijl ze dit zegt begint ze te huilen en besef ik mij eens te meer dat de Tweede wereldoorlog niet is opgehouden op 5 mei 1945, maar zelfs in 2023 nog steeds dagelijkse kost is bij de uiteengerukte gezinnen. Nelly, wie zonder vader is opgegroeid – hij kwam om het leven toen zij bijna acht jaar was – en Henny, die nooit een opa van moeders kant gehad heeft.
Zelfs een begrafenis is de echtgenote en acht kinderen (waaronder Nelly) onthouden, omdat het lichaam van Jan nooit teruggevonden is.
Een aansteker, gevonden op de plek waar ooit de Hema was, was het enige tastbare wat aan Jan deed herinneren. Jan was op de dag van het bombardement aan het werk bij de Hema in het centrum van Nijmegen. Hij was daar huisschilder. In zijn vrije tijd maakte Jan ook schilderijen en bij gebrek aan schilderdoek schilderde hij soms gewoon op de muur van de keuken of woonkamer.
Tastbare herinneringen aan Jan zijn er bijna niet; een enkel schilderij en een kerststal die hij maakte getuigen van zijn bestaan. De aansteker is helaas verdwenen en er rest nog maar één foto van Jan.
De vrouw van Jan is na zijn overlijden nooit hertrouwd. Hun jongste zoon, het achtste kind, werd pas geboren na het overlijden van Jan. De vrouw van Jan, die toen met haar kinderen op de Molenstraat 139 in Wijchen woonde, stond er alleen voor. Acht kinderen alleen opvoeden in de jaren ’40 en ‘50 was een zware taak. Niet alleen voor haar, maar ook voor de kinderen zelf. Opgroeien zonder vader is heftig, zeker als in de jaren op school je daar met regelmaat aan herinnerd wordt. Wanneer je straf kreeg wegens praten op de gang, kreeg je doodleuk van de nonnen te horen: “geen wonder dat je zo bent, je hebt tenslotte geen vader”. Of wanneer je in armoede opgroeide je wel naar school mocht, maar dan achter in de klas moest zitten omdat de kinderen uit de middenstand voor in de klas mochten zitten. En wanneer het koud werd in de winter de middenstand kinderen achter in de klas mochten zitten bij de kachel, en de arme kinderen daarom nu wel voor in de klas mochten zitten in de kou. De school deelde nog wel sjaals uit ter grootte van een stropdas, daar moest je het maar mee doen. Enige warmte kwam er niet van af. Alsof het jouw schuld was dat je geen vader meer had.
Vóór het bombardement had Jan zijn schoonzoon, Jan van Uden, ondergedoken zitten op zolder, achter een luik. Hij zat daar omdat hij niet meer terug wilde naar Duitsland, waar hij gedwongen te werk gesteld werd. Om te voorkomen dat de Duitsers bij een razzia op zolder konden kijken was de zoldertrap kapot gemaakt. Een bizar toeval wilde dat de stiefmoeder van Jan van Uden, Johanna van Uden-Rossen, zijn ontvangen (Duitse) salaris in Nijmegen wilde omwisselen, waardoor zij op 22 februari 1944 ook met de bus naar Nijmegen ging. Zij kwam op het Stationsplein midden in het bombardement terecht en werd dodelijk getroffen. Jan van Uden ging, ondanks dat hij ondergedoken zat, naar Nijmegen om te kijken of hij nieuws over zijn schoonvader kon krijgen. Zo kwam hij er niet alleen achter dat zijn schoonvader om het leven was gekomen, maar ook zijn stiefmoeder (Johanna van Uden-Rossen staat overigens wel op het monument in Wijchen).
Toen de echtgenote van Jan overleed in 1980 is zij begraven op het Rooms Katholieke Kerkhof in Wijchen. De kinderen besloten om op haar grafsteen ook de naam van Jan, haar man, op de steen te plaatsen zonder verwijzing naar het bombardement. Het graf ligt vlak bij het monument voor de slachtoffers van het bombardement van Nijmegen.
Daar waar de oorlog voor velen op 5 mei 1945 stopte ging die voor het gezin van Jan tot op de dag van vandaag door. Extra pijnlijk is het om geen herdenkingsplek te hebben om naar toe te gaan. “Waarom?” is de vraag die al bijna 80 jaar gesteld wordt. “Waarom is mijn man, mijn vader en mijn opa minder dan de rest? Waarom verdient hij, maar ook wij, geen naam op het monument? Waarom wordt zijn naam niet genoemd op 4 mei tijdens de Dodenherdenking? Waarom wordt er gesproken over 13 bombardement slachtoffers, waarom niet over 18?”. “Waarom?” – deze vraag zal gesteld blijven worden tot er recht gedaan wordt aan de geschiedenis. De geschiedenis waar Jan Gerrits door een noodlottig toeval deelgenoot van is geworden.