Hendrikus Wilhelmus Hermsen 15 jaar
Geboren 6 maart 1928 Berghem
Overleden 22 februari 1944 te Nijmegen
Woonplaats ten tijde van overlijden: Klapstraat 29 Wijchen
Begraven op het Rooms Katholieke kerkhof van de Sint-Antoniuskerk te Wijchen
Bron: Judith Giesbers (Dochter van Wim Hermsen) Frans Rodijnen (Man van Corrie Hermsen)
Harry Hermsen kwam uit een gezin van 6 kinderen waarvan 1 zusje, Doortje, dood werd geboren Zij was de helft van een tweeling, haar tweelingbroer Wim kwam gezond ter wereld. Verder waren er nog Bert, Theo en zus Corrie. De man van Corrie, Frans Rodijnen, leeft nog en is 97 jaar (april 2024). Frans en Harry waren al vriendjes toen ze 8 jaar oud waren. Als Harry op bezoek was in Berghem bij tante Mien dan speelden ze samen. Harry was de zoon van Sigisbertus Bernardus (Bert) Hermsen (ook wel Beer genoemd) en Johanna Megens. Harry zat op de Ambachtsschool in Nijmegen en volgde de opleiding voor timmerman.
Op 22 februari 1944 had hij geen zin om naar school te gaan. Zijn broertje Henk, van drie maanden oud, zou die dag thuis komen uit het ziekenhuis. Harry had de afgelopen drie maanden dagelijks een flesje moedermelk voor Henk afgegeven bij de portier van het ziekenhuis. Kinderen zonder begeleiding mochten niet alleen naar binnen. Nadat Harry enkele fikse klappen van zijn vader had gekregen vertrok hij alsnog huilend naar school.
In de middagpauze liep Harry met zijn vriend Henk Janssen naar het station, naast het wachthuisje aten zij hun boterhammen op en bleven daar met enkele vriendjes staan praten. Lies Hendriks die in de bus zat zag Harry staan ze vond het al vreemd dat hij er zo verdrietig bij stond. Niet veel later vielen de Amerikaanse bommen waarbij Harry, door de luchtdruk van de ontploffingen, om het leven kwam. Zijn vriendje Henk was zwaar gewond maar heeft het overleefd. Een andere vriend, Henk (Hentje) Festen, uit Wijchen zat in de bus te wachten en kwam ook om het leven. Later, na een herstel van 28 maanden, van de verwondingen door het bombardement, hoorde Lies Hendriks voor het eerst waarom Harry zo verdrietig was.
Bert Hermsen, Harry’s vader, is direct naar Nijmegen gegaan toen hij hoorde van het bombardement. Aangekomen bij de veilinghallen waar de meeste lichamen naar toe waren gebracht zag hij NSB’ers staan die de ingang bewaakten om iedereen tegen te houden. Bert herkende een van de NSB’ers en via hem mocht hij naar binnen. De NSB’er sprak tegen Bert “Je mag mij niet maar ik laat je wel door”. Eenmaal binnen begon Bert aan de helse zoektocht naar zijn zoon waarvan het lot nog niet bekend was. Overal lagen lichamen opgestapeld. Overal liepen huilende wanhopige mensen die hun geliefden zochten en/of identificeerden. Als eerste vond Bert zijn Broer, Koos Hermsen (de oom van Harry die ook op het (graf)monument in Wijchen staat). Daarna werd zijn angst werkelijkheid toen hij het ontzielde lichaam van Harry vond. Bert heeft het verdriet over het verlies van zijn zoon met moeite kunnen verwerken. Spreken erover deed hij weinig.
Toen Frans Rodijnen zijn schoonzoon werd begon hij langzaam weer over Harry te praten en kwam hij weer tot bezinning. Frans Rodijnen (15) En Corry Hermsen (14) werden elkaars vriendje en vriendinnetje en zijn later met elkaar getrouwd. In 1947 moest Frans naar Nederlands-Indië waar hij uiteindelijk drie jaar verbleef. Frans vertelt dat er veel werd gesproken over Harry door zijn broers en zus. Harry was en bleef binnen de familie altijd “aanwezig”. Harry Hermsen staat vermeld op de plaquette van de Ambachtsschool in Nijmegen. Acht leerlingen van deze school kwamen om bij het bombardement. Ook word Harry jaarlijks herdacht in Berghem waar hij geboren is. Zijn naam staat op het “open boek” monument die in 2015 onthuld is.