Hermanus Jeurissen 55 jaar
Geboren 3 november 1888 te Huissen (Gld)
Gefusilleerd 11 augustus 1944, 21:00 uur Kamp Vught
Woonplaats ten tijde van overlijden:
Wijchen Woeziksestraat D108
Beroep: boer/fruithandelaar
Begraven: Crematieput Kamp Vught
Bron: Herman Dinnissen, www.nmkampvught.nl, erfgoedshertogenbosch.nl


Hermanus (Herman) Jeurissen zoon van Hermanus Jeurissen en Everdina Geertruida Willemsen echtgenoot van Mathilda Geertruida Jeurissen-Janssen
Herman en Mathilda kregen negen kinderen:
- Marie Jeurissen
- Ans Jeurissen
- Toon Jeurissen (gesneuveld Grebbeberg)
- Herman Jeurissen
- Dies Jeurissen
- Hent Jeurissen
- Gerard Jeurissen
- Mien Jeurissen
- Ben Jeurissen
Op 19 juli 1944 omstreeks 21.00 uur ziet de familie Jeurissen een politieman langs het raam van hun woning aan de Woeziksestraat D108 lopen naar de achterzijde van de woning. Onmiddellijk daarna komen twee mannen in burgerkleding de woning binnen. Dit blijken rechercheurs Wiebe en Verstappen te zijn. Wiebe werkt nauw samen met de Duitse Sicherheits Dienst (SD). Het eerste wat ze aan Herman vragen is: “Klopt het dat jij een vuurwapen voorhanden hebt?” Dit wordt door Herman ontkend. Daarna worden drie broers, de zonen Herman (28), Hent (25) en Ben (19), die op dat moment thuis waren, ondervraagd of zij iets van een revolver wisten. Ook hier wordt ontkennend op geantwoord. Herman wordt samen met zijn drie zonen omstreeks 22.00 uur in een gereedstaande auto gezet die vervolgens naar de Smalle Steeg rijdt om nog een verdachte (S) op te halen. Deze verdachte (S) is echter niet thuis waarna Herman en zijn zonen worden vrijgelaten. Wiebe wil wel dat ze zich de andere dag om 09.00 uur op het politiebureau van Nijmegen melden.
(Deze inval op de 19e volgde kort na de arrestatie en het verhoor van Pater Linders uit Alverna). Op 20 juli melden ze zich op het bureau in Nijmegen waar ze na enige tijd wachten door Wiebe en enkele politiemannen worden overgebracht naar de Sicherheitspolizei te Arnhem. Wiebe vertrekt zodra hij de vier mannen heeft overgedragen. Hier wordt Herman, afgezonderd van zijn drie zonen, verhoord door Obersturmführer Max. Blijkbaar levert het verhoor niets op, want direct na het verhoor wordt het viertal overgebracht naar de Strafgevangenis in Arnhem “de Koepel”. Na een verblijf van een uur worden ze wederom in een voertuig geladen en overgebracht naar ‘s-Hertogenbosch en vandaar naar Vught.
In kamp Vught moeten ze wachten in de wachtkamer tot vader Herman door een zekere Karl Herman Otto Klingbeil van de Sicherheitspolizei wordt weggeroepen voor verhoor. Na het verhoor komt Herman vergezeld van Klingbeil terug bij zijn zonen in de wachtkamer. Nadat Klingbeil vertrokken is vragen de drie zonen aan hun vader hoe het verhoor is gegaan. Neerslachtig vertelt Herman dat de verhoorders het beter wisten dan hijzelf. Wellicht was alles reeds bekend of heeft Herman toegegeven dat hij inderdaad wel eens een pistool met munitie voor Pater Linders ophaalde of wegbracht naar het Klooster in Alverna. Kort daarna komt Klingbeil weer binnen, geeft de drie zonen een hand met de woorden “Du solltest besser hart arbeiten, dein Vater wird bald zu dir zurückkommen” (werken jullie maar flink, jullie vader komt gauw weer bij jullie). Vervolgens worden de drie zonen vrijgelaten terwijl vader Herman in kamp Vught blijft. Laat op die avond, de 20e, komen de drie zonen weer thuis bij hun moeder. Herman heeft het grootste gedeelte van zijn gevangenschap in het Huis van Bewaring te ‘s-Hertogenbosch gezeten, net als Pater Linders, en alleen voor verhoor werd hij naar Vught overgebracht.
Op 8 augustus wordt Van Bussel, bijnaam “de Kin”, in ’s-Hertogenbosch door het verzet doodgeschoten, zijn vrouw raakt hierbij gewond (zie proloog). Direct worden er maatregelen getroffen om mensen te arresteren ter represaille. Een twintigtal Nederlanders zullen in opdracht van Rauter, de hoogste SS’er in Nederland, standrechtelijk geëxecuteerd worden.
Op 11 augustus 1944 om 15.30 uur worden Herman Jeurissen en Pater Linders vanuit Huis van Bewaring te ’s-Hertogenbosch met nog 18 anderen overgebracht naar Vught. Daar verblijven ze enkele uren alvorens ze net voor 21.00 uur naar de executieplaats worden gebracht. Om 21.00 uur worden Herman, Pater Linders en 18 anderen om 21.00 uur standrechtelijk geëxecuteerd.
De bekendmaking na de executie luidde:
De Höhere SS-en Polizeifuhrer en Generalkommisar voor het Sicherheitswesen maakt bekend:
Wegens een gemenen moordaanslag op een politieambtenaar voor de arbeidsinzet in ’s-Hertogenbosch op 8-8-1944 werd een aantal zich in arrest bevindende terroristen en saboteurs op 11-8-1944 standrechtelijk geëxecuteerd.”
Herman Jeurissen heeft, op een enkele keer na het wapen van pater Linders gehaald of gebracht te hebben, niet actief deelgenomen aan verzetswerk voor zover bekend, ook was hij geen lid van het verzet.
Tijdens verhoren van anderen is zijn naam genoemd waarop zijn arrestatie volgde. Als Van Bussel niet geliquideerd was door het verzet, zou Herman de oorlog waarschijnlijk overleefd hebben. Helaas zat hij net op het verkeerde moment in het Huis van Bewaring in ‘s-Hertogenbosch.
Zijn vrouw en kinderen hebben, op twee brieven na, niets meer van Herman mogen vernemen. Op 20 juli 1944 hebben ze hem voor het laatst gezien. Alleen zijn drie zonen hebben nog afscheid van hem kunnen nemen, niet wetende dat ze hem nooit meer levend terug zouden zien. Via het Rode Kruis is medegedeeld dat Herman gefusilleerd was.

Brief 1.
25 juli 1944.
Lieve vrouw en kinderen,
We kregen zojuist vergunning om te schrijven. Ik kan u mededelen dat ik gezond ben en dat alles naar omstandigheden goed is. Ik zit niet alleen dus de dag is wel om te krijgen. We hebben nog al boeken dus dat valt nog wel mee. Hoe maken jullie het? Zijn de jongens ’s avonds nog thuis gekomen? Het was geen gemakkelijke dag. Hou maar goede moed. Het komt allemaal wel terecht. Hoe is het met de werkzaamheden? Kunnen de jongens de zaak bijhouden? Maar goed oppassen jongens en meisjes en lief voor je moeder zijn.
Dag hoor tot ziens,
Vader.

Brief 2.
9-8-1944
Lieve vrouw en kinderen,
Uw pakje heb ik in gezondheid ontvangen. Ik was er erg blij mee. Verder is alles naar omstandigheden goed met me. Het eten smaakt me goed. Ik lust zelfs al tomaten. Je hoeft je niet al te bezorgd over me te maken de behandeling is goed. Dus daar komen we wel doorheen.
Hoe is het met jullie allemaal, goed gezond?
De jongens moeten maar wat fruit kopen. Zijn ze al naar de Vossenhal geweest, daar hebben ze voorkeur. Woord (buurtschap) in Balgoij ze weten dat zelf wel waar we vorige jaren geweest zijn. En van den Hoog heeft die nog iets laten weten? Laat ze ook hooibonnen aanvragen dat zal wel ongeveer tijd zijn dus ze

moeten maar zien en de zaak fatsoenlijk bijhouden. Ik heb wel hoop dat ik spoedig bij jullie terug ben*. Maar ik weet nog van niets dus er zit niets anders op dan afwachten.
Ma, vrouw en kinderen (hou) maar goede moed en tot ziens
Vader.
*Twee dagen na het schrijven van deze brief is Herman gefusilleerd te Vught



Herman was de vader van Toon Jeurissen die op 11 mei 1940 op de Grebbeberg gesneuveld is. Hoe de berichtgeving van zijn sneuvelen bij de familie Jeurissen ontvangen is, is niet bekend. Mede ook omdat Toon twee jaar als onbekende soldaat begraven heeft gelegen en zijn lot dus al die tijd onbekend was. Wellicht dat de berichtgeving van de identificatie van zijn lichaam, waardoor hij niet langer als onbekende soldaat begraven lag, een zekere opluchting of berusting heeft gegeven nu de onzekerheid over hem eindelijk was weggenomen.
Lees hier zijn verhaal
De vrouw van Herman is na de oorlog ingetrokken bij haar dochter Mien Dinnissen-Jeurissen die in Alverna samen met haar man op de hoek Heumenseweg – Graafseweg een winkel runde “Dinnissen Bazar”.
