Spitfire Mk XIV, RM763, AP
132 Sqn.
5 oktober 1944 Keent / Grave
Wing Commander Alan Geoffrey Page (DSO)(OBE)(DFC), 74709 RAFVR
Geoffrey Page werd geboren in Boxmoor op 16 mei 1920. Geoffrey ontwikkelde al vroeg interesse in de luchtvaart, wat niet verassend is, aangezien hij een oom had die tijdens de Eerste Wereldoorlog vloog en een andere oom Sir Frederick Handley Page was, de grote vliegtuigfabrikant.
Geoffrey ging naar de Dean Close School in Cheltenham, Glouscestershire, en ging later naar het inperial College om techniek te studeren. Op de universiteit sloot hij zich aan bij het University Air Squadron in Northolt. Twee weken na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ontving Geoffrey zijn oproeppapieren en sloot zich aan bij de Royal Air Force (RAF) met de rang van waarnemend Piloot Officier (P/O) en ging naar Cranwell voor een voortgezette opleiding. In mei 1940, na een korte periode van instructie, werd hij overgeplaatst naar het 66 Squadron, waar hij met Supermarine Spitfires vloog, maar hij werd vrijwel onmiddellijk opnieuw toegewezen aan het 56 Squadron, waar hij met de Hawker Hurricane zou gaan vliegen.
Terwijl hij als P/O bij het 56 Squadron deelnam aan de luchtgevechten boven Frankrijk en Groot-Brittannië met drie luchtoverwinningen op zijn naam werd hij op 12 augustus 1940 neergeschoten tijdens de Battle of Britain. Terwijl hij achter zijn bevelvoerend officier vloog , die een grote groep formatie Dornier Do-17 bommenwerpers aanviel, werd zijn toestel getroffen en vloog in brand. Brandende brandstof werd over George in de cockpit gespoten wat resulteerde in ernstige brandwonden aan zijn gezicht en zijn handen. Geoffrey was bij machte om zich te redden met zijn parachute terwijl zijn toestel in zee stortte. Geoffrey landde zelf ook in het ijskoude water waar hij meer dood dan levend uit gehaald werd waarna hij met spoed overgebracht werd naar de brandwonden afdeling van het Queen Victoria Hospital in East Grindstead.
Daar werd hij behandeld door Sir Archibald Macindoe, een baanbrekende plastische chirurg. Hij bracht twee jaar door in het ziekenhuis. Hij onderging talloze plastische chirurgische operaties. Zijn handen waren tot op het bot verbrand en zijn hoofd was opgezwollen tot drie keer de normale grootte.
Geoffrey had ook schotwonden in zijn benen opgelopen. Tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis heeft hij samen met andere patiënten het Guinea Pig Club opgericht waar de arts Sir Archibald Macindoe tot levenslange President werd gekozen. Geoffrey werd de eerste voorzitter van deze club. Deze club werd opgericht om slachtoffers sociaal en mentaal te ondersteunen, slachtoffers die blijvend gewond bleven en plastische chirurgie moesten ondergaan.
Eind 1942 voegde Geoffrey zich weer bij de vlieg operationele dienst als Flight Lieutenant (F/Lt). Hij werd als boventallig F/Lt geplaatst bij het 132 Squadron. Vervolgen meldde hij zich vrijwillig voor dienst in Noord-Africa maar keerde vroegtijdig terug daar de woestijnhitte problemen veroorzaakte aangaande zijn huidtransplantaties.
In juli 1943 werd hij begiftigd met zijn eerste Distinguishes Flying Cross (DFC) later dat jaar trad hij toe bij het 122 Squadron als Flight Commander (F/Cdr), voordat hij in januari 1944 wederom bij het 132 Squadron kwam als Commandant. Op 29 april 1944 leidde Geoffrey een aanval op Vliegveld Deelen bij Arnhem. Hij viel een Messerschmitt Bf110 Nachtjager aan die net de landing had ingezet.
Voordat Geoffrey deze neer kon halen schoot deze Messerschmitt toch nog twee Spitfires neer. De piloot van dit toestel was de beroemde vliegende aas Majoor Hans-Joachim Jabs die de crash overleefde. Na de oorlog hebben beide piloten elkaar ontmoet. Tijdens een gewapende verkenningsvlucht boven Apeldoorn op 5 oktober 1944 werd het toestel van Geoffrey door FLAK geraakt. Hij kon achter eigen linies een noodlanding maken bij Keent / Grave. Het toestel raakte onherstelbaar beschadigd. Hijzelf raakte wederom gewond ditmaal aan zijn rug. Hij is op een brancard uit zijn toestel gehaald maar overleefde
Geoffrey werd later bevorderd tot Wing Leader (W/Ldr) van de 125e Wing en werd hij voor de tweede keer begiftigd met een DFC (gesp) en later dat jaar ontving hij ook nog een Distinghuished Service Order (DSO). Geoffrey had zijn doel, 15 luchtoverwinningen, bereikt. (10 solo, 5 gedeeld en 3 beschadigd).
Na de oorlog ontmoette hij tijdens een rondreis door Amerika zijn toekomstige vrouw. Zij was de dochter van de Britse Hollywood acteur Nigel Bruce. In 1948 verliet hij de Royal Air Force en ging werken bij Vickers Armstrong. Toen hij met pensioen ging bleef hij de drijvende kracht achter de Guinea Pig Club en richtte hij de “Battle of Brittain Trust” op. Dit bracht meer dan een miljoen pond op waarmee het Battle of Brittain-monument werd opgericht met uitzicht op de Straat van Dover. In 1995 werd Geoffrey benoemd tot Officier in de Orde van het Britse Rijk (OBE) ook werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. In 1981 schrijft hij een boek over zijn tijd bij de RAF “ Tale of a Guinea Pig” deze wordt opnieuw uitgebracht in 1999 onder de titel “ Shot down in flames.
Alan George Page stierf op 3 augustus 2000. Hij liet een vrouw, zoon en twee dochters na.