Spitfire LF Mk IX, MJ300, YO-

401 Sqn

2-10-1944 Keent / Grave

Flight Lieutenant Russell “Russ” Riginald Bouskill (DFC)

Opgestegen van B.68 (Le Culot) België om 11:34 voor een gewapende patrouille in de omgeving van Grave / Nijmegen.

De Spitfire werd geraakt door een Focke Wulf 190A van de 6e groep 26e Squadron Jagers (VI./JG 26) boven Grave.

Russel Riginald Bouskill probeerde een noodlanding te maken op het noodvliegveld de Keent bij Grave maar helaas crashte om 12.15 uur het toestel waarbij Russel om het leven kwam. Hij ligt begraven op het War Cemetery Groesbeek graf 15 E 5

De Duitse piloot die het meest waarschijnlijk de Spitfire heeft neergehaald is Ober Leutnant Adolf Glunz “Addi” van de 6./JG26 vliegend in een Focke Wulf Fw 190 A-9 from Kirchhellen airfield, Germany.

F/Lt Russell Riginald Bouskill (DFC) (29) (RCAF) begraven War Cemetery Groesbeek perceel XV graf E.5. Zoon van Riginald Percival en Alice Gowans Hornby-Bouskill. 

Chras lokatie MJ 300
Monument ter herinnering aan “Russ” Bouskill. Locatie brug naar Keent

Mutatie DFC (postuum):

“Deze Officier heeft blijk gegeven van vaardigheid en moed. Hij heeft de grootste bereidheid getoond voor luchtoperaties en tot zijn successen behoren onder meer de vernietiging van vijf vijandelijke vliegtuigen.Gedurende een lange periode van gevechtsacties is zijn plichtsbetrachting van hoge orde gebleken.

De moeder van Russell Bouskill ontvangt op 28 februari 1946 postuum het Distinghuished Flying Cross (DFC)

Russell “Russ” Reginald Bouskill wordt op 18 augustus 1915 geboren in Trout Creek, Noord-Ontario, Canada. Zijn “wings” krijgt hij op 27 februari 1942. Waarna hij als instructeur wordt geplaatst bij het no. 1 Service Flying Training School. Na nog enkele plaatsingen gaat in september 1943 overzee naar Engeland en wordt ingedeeld bij het No. 57 Operational Training Unit van 12 oktober 1943 tot 10 januari 1944.

10 januari wordt Russell geplaatst bij het no. 401 Sqn in Biggin Hill waar hij gaat vliegen op de Supermarine Spitfire. De bijnaam van het Sqn. is City of Westmount of Ram. Welke in het Squadron embleem terug komt.

Tijdens D-Day is Russell betrokken bij diverse luchtgevechten op 7 juni worden 7 Duitse vliegtuigen door het Sqn. vernietigd. 18 juni verhuist het Squadron naar Beny-Sur-Mer in Frankrijk. Langzaam maar zeker verplaatsen de luchtgevechten zich richting Nederland en treedt het Squadron op tijdens Operatie Market Garden in september 1944. Er volgen acties boven Arnhem en Nijmegen. Tijdens zijn acties weet Russell drie Duitse vliegtuigen te beschadigen, vijf Duitse toestellen neer te halen (drie Focke Wulf’s FW190 en twee Messerschmitts Bf109)

 

Op maandagmorgen 2 oktober 1944 stijgen vanaf vliegveld Le Culot in Belgie (B.68) enkele Spitfires op van het No. 401 Sqn. 126 Wing, met als opdracht de Waalbrug van Nijmegen en de Maasbrug bij Grave te beschermen. Een van hen is Flight Lieutenant Russell Bouskill in zijn Spitfire type LF Mk IX met registratie nummer MJ300. In de omgeving zijn ook Duitse jagers actief. In het luchtruim boven Nijmegen zien de vliegers van het No. 401 Sqn. vier Focke Wulf’s vliegen. Besloten wordt om deze formatie aan te vallen. Echter blijkt het een hinderlaag te zijn en op hun beurt worden ze nu zelf aangevallen door nog eens vier Focke Wulf’s van Jagdgeschwader 26.

Tijdens het luchtgevecht wat volgt worden twee Spitfires neergeschoten. Warrant Officer M. Thomas weet zijn brandende Spitfire te verlaten en komt veilig aan zijn parachute op de grond terecht. Hij weet zijn eigen troepen te bereiken, zijn toestel stort neer net buiten vliegbasis Volkel. De Spitfire van Russell wordt achtervolgd door vier Focke Wulf’s van het Jagdgeschwader 26 en openen het vuur op hem. Russell kan door zijn opgelopen verwondingen niet meer op tijd zijn toestel verlaten. Hij doet nog een poging om zijn toestel aan de grond te zetten maar het toestel stort bij Keent loodrecht naar beneden. Russell komt op 29 jarige leeftijd om het leven. Zijn stoffelijke resten worden tijdelijk in Reek begraven. Op 16 oktober 1945 wordt hij herbegraven op de Canadese Oorlogsbegraafplaats in Groesbeek.

De berging van zijn vliegtuig en zijn stoffelijke resten vinden in oktober 1944 gedeeltelijk plaats. Op 30 juni 2009 wordt er opnieuw gezocht naar het wrak. Laagje voor laagje wordt afgegraven. De definitieve berging van de motor van Russell’s toestel vind plaats op 18 augustus 2009. De resten van het toestel zijn diep in de kleigrond geslagen. Vele onderdelen zijn naar boven gehaald zelfs een klokje met daarop het tijdstip van overlijden. Ook worden er nog stoffelijke resten gevonden welke op 21 juni 2011 bijgezet worden in zijn graf in Groesbeek.

De eigenaren van Terras atelier Keent bij het motorblok uit het toestel van Bouskill. Deze motor is op 18 augustus 2009 opgegraven met behulp van ECG group te Wijchen. Hij lagmeters diep in de Keentse klei.De motor staat nu, ter bezichtiging, in het informatie centrum, Terras atelier Keent, Zuijdenhoutstraat 4, Ravenstein.
Ook het boordwapen van Bouskill is opgegraven en staat nu in het leslokaal van de ECG Group te Wijchen.

Ober Leutnant Adolf Glunz “Addi” van de 6./JG26

Adolf Glunz vloog 574 gevechtsmissies en behaalde 71 luchtoverwinningen.

Krijgsgevangen gezeten van mei 1945 tot juni 1946. Op 1 augustus 2002 is “addi” Glunz op 86 jarige leeftijd overleden.