Short Stirling IV, LJ833, L9-B

190 Squadron

Op donderdag 21 september 1944 om 12.16 uur opgestegen van het vliegveld Fairford in Engeland een viermotorig transportvliegtuig van het type Short ‘Stirling’ Mk. IV van het 190ste squadron.
Het toestel moest een bevoorradingsvlucht bij Oosterbeek uitvoeren om de Britse 1ste Airborne divisie te bevoorraden.
Na de succesvolle dropping zag de staartschutter tijdens de retourvlucht vliegtuigen naderen, waarvan hij dacht dat het geallieerde jagers waren die hun terugvlucht zouden gaan begeleiden.
Helaas waren het Duitse jagers die allereerst de staartschutter, Flight Sergeant Arthur George Oliver Bellamy, uitschakelden en vervolgens het toestel in brand schoten.
Het toestel verloor snel hoogte, waardoor de bemanning het toestel niet meer per parachute kon verlaten.
Gekozen werd voor een noodlanding. Batenburg lag echter recht voor hen en door kordaat optreden van de piloot zag men kans het brandende toestel een buiklanding te laten maken op de Maas. Hierdoor werd een grote ramp voor Batenburg voorkomen.

Het toestel kwam met een enorme klap op het water terecht en brak in stukken.
Door het snelle optreden van circusmensen, “circus de Gelder”, met name Hartog de Gelder, die toevallig in Batenbrug waren, konden drie bemanningsleden worden gered. Sergeant Orange, Sergeant Smith en Dispatcher Driver Bloomfield overleefden de crash.

Driver Bloomfield werd zwaar gewond overgedragen aan het naderende Britse 2e leger.
De andere overlevenden vertrokken op 22 september naar Brussel en keerden naar Engeland terug.

Crash locatie LJ833: en monument locatie Ringdijk

F/Sgt George Felix Conry-Candler (20), 1318332, (RAFVR) begraven te Batenburg.

Zoon van George en Teresa Mary Anastasia Candler uit Streatham, Londen.

Conry-Candler wordt beschouwd als de held en redder van de stad Batenburg en parochianen van de RC-gemeenschap zamelen geld in om een ​​speciale grafsteen te verwerven (deze is heel anders dan de standaard Portland-steen). Hij kreeg een begrafenis met militaire eer, waarbij elf Engelse soldaten de groet afvuurden. Jaarlijks wordt op 21 september een speciaal lied gecomponeerd dat de parochianen ter ere van hem zingen en er is nog steeds contact tussen de nabestaanden, die het graf meerdere malen hebben bezocht.

F/Sgt Arthur George Oliver Bellamy (20), 1808099 (RAFVR) begraven te Ravenstein graf 2.

Zoon van Oliver James en Mabel Bellamy uit Chartham Hatch, Kent.

F/O Alexander Dalgety Adamson (33), 132834, (RAFVR)  begraven te Ravenstein graf 1.

Zoon van William Gilbert Don en Elsie Mackay Adamson uit Van Forfar, Angus.

F/Lt Alexander Anderson, 138155, (RAFVR) begraven War Cemetery te Groesbeek perceel XXII graf F3.

F/Sgt William George Tolley (21), 1211052, (RAFVR) War Cemetery Bergen op Zoom perceel 25 graf 11.

Zoon van Bernard en Agnes Tolley uit Smethwick, Staffordshire.

Dispatcher A E Abbott (30), T/217689 (RASC) begraven War Cemetery Groesbeek XXII graf F 2.

Zoon van Albert en Frances Abbott uit Edmonton.

Oorspronkelijk begraven op het protestants kerkhof in Appeltern. In 1979 herbegraven op de Canadese oorlogsbegraafplaats van Groesbeek

Sgt A J Smith, 615794, (RAF) (ontsnapt naar eigen linies)

F/Sgt G. E. Orange, 1434383, (RAF) Sgt A J Smith, 615794, (RAF) (ontsnapt naar eigen linies)

Dispatcher L. E. Bloomfield, T/215670, (RASC) (ontsnapt naar eigen linies)

De “redding”

 Hartog de Gelder (23) sprong na de crash op zijn paard en reed naar de Maas oever. Hij bedacht zich geen moment en dook in het water en zwom naar het toestel. Hij wist drie bemanningsleden met zijn mes los te snijden uit hun gordels waarmee ze vast zaten aan hun stoel.

Na de oorlog werd Hartog begiftigd met de Britse Medal for Courage.

Wrakstukken van de LJ833 die in 1946 uit het water zijn gehaald en op de oever zijn gelegd vlak bij de crash side.
Idee van de grootte van een landingsgestel

Ooggetuige Mies Kooijmans ziet het brandende toestel nog naderen en weet ook nog hoe haar vader uitriep: ‘O God, laat het vliegtuig niet op Batenburg vallen.’ Ze ziet hoe twee mannen te water springen. Het zijn medewerkers van een circus dat in Batenburg heeft opgetreden. Ze slagen erin drie bemanningsleden levend uit het wrak te halen. Tweede piloot Conry Candler wordt enkele dagen dood aan de Maasoever gevonden. Zijn lichaam wordt in een deken gewikkeld op het katholieke kerkhof van Batenburg begraven. 

Naast Kooijmans vertelt ook een van de redders, Servaas Janssen, het verhaal van de bijna-ramp.

Na een herdenking van de vliegtuigcrash op 28 april 2005. 
Jos Kruisbergen en Geert Megens legden die dag de getuigenissen en de plechtigheid vast. 

Klik hier om het verslag bij Tweestromenland te bekijken