Messerschmitt Me 262A-2a, 170093

3./KG 51

Me262 van 3./KG51 met voor de cockpit het Edelweiss embleem van de 51e Kampfgeschwader.

5 oktober 1944 15.00 uur, Overasselt/Nederasselt

Hauptmann Hans-Christoph Buttmann (24), 51616/95, begraven Ysselsteyn, graf U-3-62

Hauptman Hans-Christoph Buttmann, geboren op 24 februari 1920 te Charlottenburg, Berlijn, was op 5 oktober 1944 opgestegen vanaf vliegveld Rheine in Duitsland voor een operationele missie naar Nijmegen. Boven Nijmegen werd hij onderschept door meerdere Spitfires van het Canadese 401 Squadron afkomstig van vliegveld B.84 (de Rips bij Volkel). Tijdens de Dogfight die volgde werd de Me262 diverse keren getroffen en raakte zwaar beschadigd. Toen het toestel onbestuurbaar werd lukte het Hauptman (Kapitein) Hans-Christoph Buttmann om op 300 meter hoogte zijn toestel veilig te verlaten. Helaas ging zijn parachute niet open waardoor hij ter aarde stortte en om het leven kwam. Zijn toestel crashte tussen Overasselt en Nederasselt. Hans werd aanvankelijk begraven in Molenhoek een gehucht tussen Wijchen en Nederasselt en later herbegraven op de Duitse oorlogsbegraafplaats te Ysselsteyn graf U-3-62.

Bijzonder om te vermelden is, is dat deze Me262 de eerste jet aangedreven toestel was die door vliegers van het Gemenebest neergehaald is.

De inslagkrater veroorzaakt door de Me262 van Hans-Christoph Buttmann op 5 oktober 1944 om 15.00 uur. Rechts een pomp om het water uit de krater te pompen. Op de achtergrond meerdere Amerikaanse Horsa zweefvliegtuigen die daar vanaf 17 september 1944 geland zijn t.b.v. Operatie “Market Garden”.
De inslagkrater vanuit een andere hoek. Met op de achtergrond de boerderij van boer John Arts. Rechts boven staat nog een Amerikaanse Waco zweefvliegtuig welke verantwoordelijk was van de aanvoer van personeel van het 82e Airborne Division met name van het 504 PIR (Para Infantery Regiment) (bekend van de serie Band of Brothers)

Op zaterdag 16 maart 2024 is er wederom gezocht op de plek van de crash in het weiland van boer John Arts aan de Schatkuilsestraat nr. 7. Er zijn wederom enkele stukjes aluminium gevonden van een vliegtuig wat wederom bevestigd dat de Me262 daadwerkelijk daar gecrashd is. Door ruilverkaveling zijn de toenmalige sloten verlegd waardoor er een iets ander (lucht)beeld onstaat van de crashlocatie.

Geel omlijnd de boerderij “de nieuwe Schatkist” aan de Schatkuilsestraat nr.7 de rode stip is de crashlocatie
De huidige situatie (maart 2024) met geel aangeduid de crashplek. De rode puntjes geven aan waar onderdeeltjes zijn gevonden. Volgens de verhalen zou er nog steeds een motor in de grond moeten zitten. Deze is in 1944 er niet uitgehaald omdat die te diep in de grond zat (ongeveer 4 meter diep). In de jaren na de oorlog is het weiland ook nog een meter opgehoogd.

Hauptmann Hans-Christoph Buttmann                                Onderscheidingen Hans-Christoph Buttmann

De formatie Spitfires werd geleid door Squadron Leader Roderick (Rod)  Illingworth Alpine Smit (DFC +bar). Geboren op 11 maart 1922 te Regina, Saskatchewan, Canada.

Rod verteld:

“Ik zag een Me262 op 150 meter lager aankomen. Hij ging een bakboord-klimbocht in en draaide achter hem aan naar stuurboord, samen met een aantal andere spitfire’s. Vervolgens dook hij naar de brug (waalbrug/spoorbrug), draaiend en draaiend en half rollend met zeer hoge snelheid. Hij vloog toen over Nijmegen heen, heen en weer draaiend. Ik zag dat een spitfire enkele treffers plaatste op de Me262 waarna er witte rook uit de motor van de rechter vleugel kwam. Hij vloog nog steeds met zeer hoge snelheid verder en ik slaagde erin om achter hem te komen en vuurde 2 kogel riedels van 3 seconden af vanaf ongeveer 200-300 meter. Hij klom omhoog en ik zag dat hij zowel van de linker als rechterzijde aangevallen werd. Een kleine brand ontstond in de rechter vleugel en een grotere brand ontstond in de linker vleugel terwijl ik vlak bij hem vloog. Ik ging onder hem door naar de rechterkant van zijn toestel terwijl hij achter mij draaide naar links. Ik dacht dat hij mij wilde aanvallen ondanks dat hij in brand stond. Hij passeerde mij en stortte neer ten zuidwesten van Nijmegen (overasselt/Nederasselt)”.

Rod Smith claimde samen met zijn teamgenoten een gedeeltelijke treffer op de Me262.

De broer van Rod Smith, Jerry Smith, zat ook bij de RCAF. Hij is vermist geraakt op 10 augustus 1942 bij Malta. Hij zat achter een Duitse Junker-88 aan waarna er niets meer van hem is vernomen. Jerry is maar 21 jaar oud geworden.

Na de oorlog heeft Rod tot 1953 bij de Auxilliary Air Force gevlogen. Daarna is hij advocaat geworden in het burger leven. Op latere leeftijd is Rod begonnen om zijn memoires op te schrijven. Helaas overleed hij voor deze af was. Een andere broer heeft het boek “The Spitfire Smiths” afgerond en uit laten geven.

Het boek waar Rod aan begonnen was met op de kaft een foto van hemzelf (L) en zijn broer Jerry (R) die de oorlog niet overleefde