Short Stirling IV, LJ810, ZO-B
196 Squadron
Om 13.00 uur opgestegen van vliegveld Keevil, Wiltshire voor een bevoorradingsmissie. Rond 15.30 uur stortte de Short Stirling IV, LJ810, neer in een weiland bij Niftrik. Deze Stirling IV nam, net als de Stirlings IV (LJ833 190 Sqn en LJ823 190 Sqn) die op dezelfde dag in Megen en Batenburg neerstortten, deel aan operatie Market Garden. Dit reeds door luchtafweer beschadigde toestel was reeds op de terugweg van haar missie toen hij werd aangevallen door drie Duitse Messerschmitt’s Bf109.
De order om het vliegtuig per parachute te verlaten werd gegeven en 7 van de 8 bemanningsleden konden op tijd het toestel verlaten. P.H. Bode, de staartschutter, was reeds, ondanks dat hij een jager neerhaalde, tijdens het gevecht met de jagers gesneuveld. (Hij ligt begraven op het R.K. begraafplaats te Wijchen graf 1, naast F/Sgt W.H. Skewes. De piloot, Mark Azouz, sprong ook maar werd dodelijk getroffen door het mitrailleurvuur van de jagers. (hij ligt begraven op: War Cemetery Jonkerbos, Nijmegen graf 17 G 2). Hij lag tijdelijk begraven in een veldgraf aan de Nieuweweg naast het huis van Mr. J van Uum voordat hij herbegraven werd.
Nadat de 6 bemanningsleden veilig neergekomen waren hebben ze zich verstopt in een boerderij. Van daaruit zijn ze ontsnapt, met hulp, naar hun eigen linies.
W/O Mark Azouz (22) (DFC) (RAFVR) Begraven Jonkerbos perceel 17 graf 2.
Zoon van Ralph en Esta Azouz uit Chiswick, Middlesex.
Mark lag in eerste instantie in een veldgraf op de Nieuweweg naast het huis van de heer van Uum te Wijchen.
Mutatie Distinguished Flying Cross (DFC):
Op een nacht in augustus 1944 werd deze onderofficier uitgezonden voor een missie boven het schiereiland Brest. Bij de aanloop naar het doel werd het vliegtuig getroffen door luchtafweergeschut. De propeller en het reductietandwiel van de stuurboordmotor wrden weggeschoten. De rolroeren raakten beschadigd en andere delen van het vliegtuig werden getroffen door granaatscherven. Desontdanks voltooide onderofficier Azouz zijn missie met succes en keerde veilig terug naar de basis. Deze piloot is een voorbeeld van dapperheid en plichtbesef.
F/Sgt Peter Harold Bode (RAF) begraven R.K. begraafplaats Wijchen graf 2.
In juni 1943 is Peter Harold Bode begonnen aan zijn opleiding tot Airgunner en werd in eerste instantie geplaatst bij het no. 90 Sqn.
Zijn eerste operationele vlucht vloog hij in februari 1944 een maand later werd hij overgeplaatst naar no.196 Sqn in Keevil.
F/Sgt George Douglas Greenwell (DFM) , 1042105, ontsnapt naar eigen linies
F/Sgt Leo Hartman, 1601174, ontsnapt naar eigen linies.
F/Sgt John McGuigan (Mac), 1456058, ontsnapt naar eigen linie.
Sgt H A (Bert) Turner, ontsnapt naar eigen linies.
Bert verteld:
21 september moesten we voorraden naar Arnhem vliegen om daar te droppen. Meestal gebeurde dat met de ZO-H van “Harry” maar tijdens het opstarten moesten we overstappen op een reserve toestel. Dat gaf ons een vertraging van 20-25 minuten waardoor we alleen boven Arnhem vlogen. De rest van het zwaar gehavende Squadron was reeds op de terugweg. Overal lagen Sterlings maar onze Capain zette door. Ons toestel raakte serieus beschadigd door luchtafweergeschut het was duidelijk dat we Engeland niet meer konden halen. W/O Mark Azouz zette door en wist de lading succesvol te droppen op de dropzone. Daarna was ons toestel een ”sitting Duck”. Ik zelf had een granaatscherf in mijn enkel de rest van de bemanning was in orde. Toen ik uit de rugkoepel keek zag ik vijf jagers aankomen. Ik dacht dat het onze escorte zou zijn, maar het bleken Duitsers die ons van achteren beschoten. Mijn god wat gaven zij ons er van langs. De staartschutter Fligt Sergeant Peter Harold Bode vuurt terug en weet zelfs een Messerschmitt Bf109 neer te halen. Ons toestel was zo zwaar beschadigd dat hij in brand vloog. Onze skipper (Mark Azouz) gaf orders om het toestel te verlaten. Ik checkte of de staartschutter deze order had meegekregen echter was Peter Harold Bode al gesneuveld. Ik sprong uit het toestel en opende mijn parachute ik zag onze Wireless Operator Flight Sergeant ook aan zijn parachute hangen. Iedereen op Bode na, die dood was, had het toestel veilig kunnen verlaten. Helaas vond Mark Azouz alnog de dood toen hij door de Messerschmitt’s, hangend aan zijn parachute, onder vuur werd genomen. Het toestel zelf is na het verlaten ervan in een glijvlucht geraakt en 2 kilometer ten noorden van Niftrik gecrasht. Peter Harold Bode ligt in Wijchen begraven en Mark Azouz in Nijmegen op de oorlogsbegraafplaats Jonkerbos.
Bert vertelt dat hij via de geallieerde troepen uiteindelijk weer in Engeland bij zijn eenheid terecht is gekomen. Hij herstelde langzaam van zijn enkelwond en ging weer vliegen. Bert overleefde zelfs een 2e crash nadat zijn toestel door een Messerschmitt 262 straaljager neer werd geschoten. Nadat Bert terug was in Londen, na deze 2e crash, besloot hij zijn vader te bezoeken niet wetende dat deze zojuist een telegram had ontvangen dat zijn zoon vermist was vermoedelijk gesneuveld. Toen Bert voor de deur stond dacht zijn vader dat hij een geest zag en viel flauw. Bert heeft de RAF als Warrant Officer verlaten.
L/Cpl Day (MM), ontsnapt naar eigen linies.
Drv A E Norton, ontsnapt naar eigen linies.
Een getuige vertelt:
Groot, met 4 motoren. Kwam van de Wijchense kant. Heel laag en stond in brand. De rooksliert was van verre te zien. Het vloog over de Lagestraat en het leek net of het tegen de spoordijk zou vliegen. Kwam er toch net overheen en viel met een plof neer. (bron: Arjen. W. Kuiken)
Peter Harold Bode werd tijdelijk begraven in een veldgraf te Niftrik. Na de oorlog werd hij herbegraven op de Rooms Katholieke begraafplaats te Wijchen. Hij rust naast Flight Sergeant William Henry Skewes. Azous werd tijdelijk begraven in Wijchen maar werd herbegraven op de oorlogsbegraafplaats Jonkerbos te Nijmegen.
